Apotheek Rijnsburg

Graaf Florislaan 9 2231ED Rijnsburg Tel:071 407 9114 Fax:071 407 9115

Medische Encyclopedie

Inhoud

alprazolam

Alprazolam behoort tot de benzodiazepinen. Het werkt rustgevend, spierontspannend en vermindert angstgevoelens.

Artsen schrijven het voor bij angstgevoelens en gespannenheid of paniekstoornis.

Wat doet alprazolam en waarbij gebruik ik het?

Angstgevoelens en gespannenheid

Verschijnselen
Iedereen is wel eens angstig. Angst is een normale reactie bij dreigend gevaar. Het leidt tot voorzichtigheid of tot vluchten, en is dus een nuttige vorm van zelfbescherming.

Soms is iemand angstig terwijl daar weinig aanleiding voor is, bijvoorbeeld als u niet naar buiten durft, of geen boodschappen durft te doen in een drukke winkel. We spreken dan van een angststoornis.

Angst geeft vaak klachten als hoofdpijn, buikpijn, slaapproblemen en prikkelbaarheid. Hevige angst kan leiden tot: hartkloppingen, benauwdheid, zweten, pijn op de borst, trillen, het gevoel flauw te vallen of tintelingen in de ledematen.

Behandeling
Bij angstgevoelens en gespannenheid door hevige gebeurtenissen kunt u gedurende enkele dagen tot weken dit medicijn gebruiken. Houden de angstgevoelens en gespannenheid langer aan of is er een psychische oorzaak voor? Dan worden ze meestal behandeld met psychotherapie of met antidepressiva.

Werking 
Alprazolam dempt emoties en werkt daardoor kalmerend als u angstig of gespannen bent. Hierdoor verminderen ook de lichamelijke klachten, zoals hartkloppingen, buikpijn, trillen en transpireren, die vaak met angst en spanning gepaard gaan.

Dit medicijn is een tijdelijke hulp bij deze verschijnselen. Het lost de oorzaak van uw gespannenheid echter niet op. Bij zeer heftige emoties en gedurende een korte periode kan het nuttig zijn.

Effect 
Binnen een aantal uren na inname wordt u rustiger. Dit effect houdt acht tot twaalf uur aan. Een tablet met vertraagde afgifte werkt 12 tot 24 uur.

Na enkele weken is er kans dat u afhankelijk bent geworden van het medicijn. U merkt dat aan ontwenningsverschijnselen als u niet meer slikt, zoals angst, hoofdpijn, spierpijn, slapeloosheid, rusteloosheid en geïrriteerdheid. Gebruik dit middel daarom niet langer dan enkele weken.

Lees meer over angstgevoelens en gespannenheid . “

Paniekstoornis

Verschijnselen
Bij paniekaanvallen ontstaan ook lichamelijke verschijnselen, zoals zweten, trillen, duizeligheid, misselijkheid, slappe benen, pijn op de borst en hartkloppingen. De aanvallen kunnen het gevoel geven dat men dood gaat of gek wordt.

Bij een paniekstoornis hebben mensen ongewoon sterke aanvallen van paniek. De aanvallen beheersen hun leven. Alleen de gedachte aan een paniekaanval kan al leiden tot paniek. Men probeert situaties waarin een paniekaanval ontstaat, te vermijden. Soms lukt het niet meer te gaan werken of naar buiten te gaan (straatvrees) uit angst voor een nieuwe aanval.

Behandeling
Als de klachten extreem vaak voorkomen en zeer heftig zijn, dan kunnen ze uw welzijn en dat van de mensen in uw omgeving sterk verminderen.

De behandeling van paniekstoornis bestaat uit gedragstherapie, vaak gecombineerd met een antidepressivum, zoals fluvoxamine, paroxetine, clomipramine of imipramine.

Alprazolam wordt soms gegeven aan het begin van de behandeling met een van deze antidepressiva. Het duurt namelijk enkele weken voordat deze voldoende effect hebben. In de tussentijd zorgt alprazolam dat het aantal paniekaanvallen vermindert. Een enkele keer werken de antidepressiva toch na enkele weken niet voldoende. Dan schrijft de arts daarvoor in de plaats ook wel eens alprazolam voor.

Werking
Alprazolam werkt rustgevend en vermindert angstgevoelens. Hierdoor raakt u minder snel in paniek. Het werkt binnen een aantal uren na inname. Dit effect houdt acht tot twaalf uur aan. Een tablet met vertraagde afgifte werkt 12 tot 24 uur.

Lees meer over paniekstoornis . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Regelmatige bijwerkingen zijn er vooral de eerste weken van het gebruik

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Sufheid, vermoeidheid en, minder vaak ook slaperigheid.

    Hierdoor zijn uw reactie- en concentratievermogen verminderd, waardoor u een grote kans heeft op ongelukken. Ongelukken kunnen bijvoorbeeld plaatsvinden in het verkeer, bij het beklimmen van een ladder, bedienen van apparaten of bij bewakings- en controlewerkzaamheden. Maar u heeft bijvoorbeeld ook meer kans te vallen als u ’s nachts uit bed moet om naar het toilet te gaan.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Verminderde coördinatie

    Hierdoor kunt u onhandig zijn in uw bewegingen en moeite hebben duidelijk te spreken (te articuleren).

  • Spierzwakte en krachteloos gevoel in spieren.

    Mensen met myasthenia gravis (een ernstige spierziekte) kunnen meer last krijgen van deze ziekte. Raadpleeg uw arts bij verergering van de klachten (zoals algemene spierzwakte, dubbelzien, dichtvallende oogleden, moeite met slikken, kauwen of ademhalen).

  • Wazig zien of dubbelzien.

    Dit komt door een tijdelijk effect op de oogspieren.

  • Incontinentie voor urine of juist moeilijk kunnen plassen.

    Deze bijwerkingen ontstaan door onvoldoende beheersing van de blaasspier.

  • Snurken door verslapping van de huig.

    Heeft u tijdens uw slaap wel eens last heeft dat uw adem korte tijd stilvalt (slaapapneu)? U kunt hier door dit medicijn meer last van krijgen. Neem contact op met uw arts als u dat merkt.

  • Vallen

    Vooral doordat dit medicijn ook de coördinatie vermindert. Ouderen en mensen met spierziekten hebben hier de meeste kans op. Ook mensen met Parkinson lopen meer risico. Overleg met uw arts als u dit merkt. 

  • Trager denken, geheugenproblemen, moeilijker kunnen concentreren, minder alert en in de war zijn (verwardheid).

    Deze klachten kunnen toenemen als u dit medicijn langere tijd gebruikt.

  • Afname gevoelens

    Dit middel vlakt niet alleen emoties als angst en spanning af, maar ook positieve, zoals blijdschap en tevredenheid. Ook uw betrokkenheid bij en inlevingsvermogen in anderen kan verminderen.

  • Maagdarmstoornissen, zoals misselijkheid, verstopping en diarree, droge mond of juist extra speekselvorming, en problemen met slikken.

  • Veranderde eetlust

    Meer of juist minder trek. Hierdoor ook veranderingen in het lichaamsgewicht.

  • Hoofdpijn en duizeligheid.

    Deze bijwerkingen verdwijnen meestal na enige tijd als u gewend bent geraakt aan het medicijn.

  • Zweten en hartkloppingen.

  • Droge ogen

    Vooral mensen met contactlenzen kunnen last krijgen van droge ogen.

  • Huiduitslag en jeuk.

    Meestal is dit onschuldig, maar (zeer zelden) kunnen de verschijnselen ernstig zijn. Raadpleeg uw arts als de uitslag er ongewoon uitziet, als u er last van heeft, of als u ook koorts of blaren krijgt.

  • Afhankelijkheid

    U kunt last krijgen van ontwenningsverschijnselen als u stopt met het gebruik. Bij kortdurend gebruik is de kans hierop zeer klein. Mensen die dit medicijn langer dan twee maanden achtereen gebruiken hebben hier wel een grote kans op. Bouw daarom altijd geleidelijk af als u dit middel langer dan twee maanden heeft gebruikt.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Levendige dromen of nachtmerries.

    Meestal in de vroege ochtend.

  • Onrust en prikkelbaarheid.

    Dus tegenovergestelde verschijnselen dan u van dit medicijn zou verwachten. Vooral kinderen en ouderen zijn gevoelig voor deze bijwerkingen. Raadpleeg bij deze verschijnselen de arts. Mogelijk is een lagere dosering of een ander middel nodig.

  • Waandenkbeelden en hallucinaties.

    Vooral kinderen en ouderen zijn gevoelig voor deze bijwerkingen. Raadpleeg bij deze verschijnselen de arts. Mogelijk is een lagere dosering of een ander middel nodig.

  • Geheugenverlies

    Geheugenverlies van gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens gebruik van dit medicijn. Bijvoorbeeld gebeurtenissen in de nacht.

  • Depressieve gevoelens

    Depressieve gevoelens kunnen aan het licht komen.

  • Minder zin in seks.

  • Problemen met ademhalen.

    Bij mensen met de longziekte COPD kunnen de ademhalingsklachten toenemen. Overleg hierover met uw arts.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik alprazolam gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op het reactievermogen en coördinatievermogen versterken elkaar. Rijd geen auto als u meer van deze medicijnen gebruikt.
  • Sommige medicijnen tegen hiv (virus waar u aids van kunt krijgen). Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
  • Sommige medicijnen tegen hepatitis C (leverontsteking). Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking of bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

Door de volgende medicijnen kan de hoeveelheid alprazolam in het bloed stijgen. Hierdoor zijn de werking en de bijwerkingen, zoals sufheid, sterker. Raadpleeg uw arts als u deze combinatie voorgeschreven heeft gekregen. Misschien kan deze u een medicijn voorschrijven dat deze wisselwerking niet heeft.

  • Het antidepressivum fluvoxamine.
  • De medicijnen bij hart- en vaatziekten verapamil en diltiazem.
  • De antibiotica erytromycine en claritromycine.
  • De medicijnen tegen schimmelinfecties itraconazol, ketoconazol, fluconazol, posaconazol en voriconazol.
  • Het maagmiddel cimetidine.

De volgende medicijnen verminderen de werking van alprazolam. Uw arts zal hiermee rekening moeten houden bij het bepalen van de dosering. Misschien kan de arts u een medicijn voorschrijven dat deze wisselwerking niet heeft.

  • De medicijnen tegen epilepsie fenytoïne, carbamazepine, barbituraten, zoals fenobarbital en primidon. Sommige van deze medicijnen worden ook gebruikt bij pijn door schade aan een zenuw (zenuwpijn) of manische depressiviteit.
  • De medicijnen tegen tuberculose rifabutine en rifampicine.
  • Sint-janskruid (hypericum), een kruidenmiddel tegen depressieve klachten. Overleg met uw arts.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Wilt u weten of u met dit medicijn mag autorijden? Beantwoord dan de vragen in het schema hieronder.

Let op: ook ernstige paniekaanvallen kunnen een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde ziektes? Kijk dan op de website van het CBR.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

alcohol drinken?
Drink zo weinig mogelijk alcohol of drink het liever niet. Door dit medicijn reageert u veel sterker op alcohol dan u gewend bent. Ook versterkt alcohol de bijwerkingen van dit medicijn, zoals sufheid en een verminderde coördinatie.

alles eten?
U mag eten en drinken zoals u normaal ook doet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent. Of als u dit binnenkort wilt worden. Bij gebruik voor lange tijd tijdens de laatste 3 maanden van de zwangerschap (3e trimester) kunnen bij de baby ontwenningsverschijnselen ontstaan. En bij gebruik in een hoge dosis vlak voor de bevalling kan uw kind na de geboorte zo versuft en slap zijn dat het moeite heeft met ademhalen.

Gebruik dit medicijn daarom alleen als het echt nodig is. En zo kort mogelijk in een lage dosis. Weeg samen met uw arts de ernst van uw ziekte af tegen het risico voor het kind. Mogelijk kunt u (tijdelijk) een ander medicijn gebruiken.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Dit medicijn komt in de moedermelk. Het kan dan bijwerkingen bij het kind geven. Mogelijk kan uw arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

Hoe?
Slik de tabletten met een glas water.

Let op! Gebruikt u de tabletten met vertraagde afgifte (retard of MGA)? Hier komt alprazolam langzaam uit vrij. U mag deze tabletten niet fijnmaken of kauwen. Anders komt dit medicijn in één keer vrij. Slik de tablet héél door

Wanneer? 
Verdeel de tabletten gelijkmatig over de dag. Dus bij 3 keer per dag om de 8 uur.

Gebruikt u dit medicijn alleen in speciale gevallen, zoals bij vliegangst? Neem het dan ongeveer 1 uur van tevoren in.

Hoe lang?

Angstgevoelens en gespannenheid
Gebruik langer dan 4 weken achter elkaar wordt sterk afgeraden. Er is dan te veel kans dat u afhankelijk van dit middel wordt. Dit betekent dat u ontwenningsverschijnselen krijgt als u stopt met het gebruik.

Probeer ook op een andere manier uw angst en spanning te verminderen. Vraag uw arts om advies. Gebruikt u dit medicijn samen met een antidepressivum? Dan is het meestal de bedoeling dat u binnen enkele weken afbouwt, omdat dan het antidepressivum begint te werken.

Paniekstoornis of algemene angststoornis
De behandeling duurt vaak een half jaar tot een jaar. Daarna moet u de dosering gedurende 3 maanden afbouwen.

Terug naar overzicht